Vincent is vijftien en wordt plotsklaps geconfronteerd met de dood van zijn vader. Op het eerste gezicht lijkt het of Vincents vader omgekomen is bij een verkeersongeluk, maar al snel begint Vincent te twijfelen. Is het geen zelfmoord? Vincent besluit uit te gaan zoeken hoe het precies zit. De manier waarop hij dat doet is even spannend als grappig. Zijn speurtocht naar het verleden van zijn vader brengt hem naar de Alpen, waar hij diens oude schoolvrienden weet te verzamelen. Hij leert daar niet alleen zijn overleden vader beter kennen en zijn moeder maar ook en vooral zichzelf. Hij moet kiezen tussen zijn kinderlijke fantasie, waarin alles mogelijk lijkt en de volwassen realiteit van alledag, met haar grenzen en regels.

lees verder >>

Een stukje uit Vijftien waarbij Vincent, de vijftienjarige hoofdpersoon, thuis hard aan de slag gaat om de vrienden van zijn vader bijeen te brengen op een afgelegen plek. Omdat zijn moeder hem niets wil zeggen, wil hij hoe dan ook van hen weten waarom zijn vader ineens dood is. En hij doet dat door die vrienden een reisje naar de Alpen te laten winnen...

Eenmaal thuis loop ik meteen door naar mijn kamer. Ga achter mijn bureautje zitten en leg een lijst aan van wat ik de komende dagen allemaal moet doen. Dan pak ik tekengerei, potloden, linialen en een gummetje. Het idee is er. De vorm waarin dat gegoten zal worden, sinds vanmiddag ook. Het enige waar ik me zorgen over maakt, zijn de gevolgen van het plan. Hoe ik het ook wend of keer, ik kan ze niet overzien. Het moet maar. Ik knip mijn bureaulamp aan. De envelop wordt rood-bruin. En de tekst: 'Wij hebben f301.103,- beschikbaar gesteld in dit prijzenfestival en een wervelende skivakantie. Welnu, u heeft die skivakantie gewonnen!!!' Plus: 'Documenten ingesloten' 'Meteen openen' 'Inhoud vraagt uw onmiddellijke aandacht!' Probleem: ik kan er geen postzegel opplakken, dat zou argwaan kunnen wekken. In het echt zit er immers ook geen postzegel op de envelop. Dus: 'Port betaald'. Ik zal voor postbode moeten spelen, de brieven zelf moeten bezorgen. Dat wordt treinen, want Eric en Sebastiaan wonen buiten de stad. Maar treinen werd het toch al... Dan de begeleidende brief. Eerst maar in het klad, dan stiekem uittikken op de computer van mijn vader als mijn moeder niet thuis is. Ik kauw op het topje van mijn balpen, dan schrijf ik: 'Hartelijk gefeliciteerd! U, puntje, puntje, puntje, heeft gewonnen...' nee, 'bent de grote prijswinnaar geworden van ons prijzenfestival en hebt een skivakantie gewonnen naar de Franse Alpen, waar u voor een week wordt vertroeteld...' nee, het lijkt nergens op. Onzinnig. Moet veel beter. Drie man naar de Alpen lokken om uit te vissen waarom mijn vader dood is. Of ze hem soms vermoord hebben? Je hebt ze in ieder geval alle drie bij elkaar, ze kunnen nergens anders heen, is daar een stem in mijn hoofd. Ik leg mijn balpen neer. Je hebt ze in je macht, alleen jíj weet wat er gaat gebeuren... ‘Hoor je me niet,’ zegt mijn moeder die ineens in mijn kamer staat, ‘ik wist niet dat je al thuis was. Heb je veel huiswerk, moet je hard leren?’ Betrapt! Ik schrik op. ‘Je werkt veel te hard,’ zegt ze, en ze legt haar hand op mijn schouder. ‘Werk maar lekker door. Als het eten klaar is, roep ik je wel.’ Die is weg. Niks gemerkt. Deur op slot. 'Hartelijk gefeliciteerd!' ga ik snel verder en vervolgens dat puntje, puntje, puntje de winnaar is geworden van een wervelende skivakantie, acht dagen lang in de Franse Alpen, te vertrekken... Eens denken... Het beste is eind volgende week. Zo snel mogelijk. Morgen telefonisch de reis boeken. Dan vlug de toegestuurde acceptgirokaart invullen. Mijn handen jeuken. Had mijn vader ooit kunnen vermoeden dat het voor mij zo zorgvuldig opgebouwde kapitaaltje uiteindelijk voor de opheldering van zijn eigen dood zou worden aangewend? Maar vanuit het niets is daar weer die twijfel. Blijft dat zo? Hoe zou jij, schiet me te binnen, reageren als je een brief thuiskrijgt waarin staat dat je een reis hebt gewonnen? ‘Aan een flauwe grap.’ Precies!.. Ik zou er natuurlijk een telefoonnummer bij kunnen zetten waar je inlichtingen kunt inwinnen; óns telefoonnummer! En als je moeder de telefoon dan opneemt; wéér die stem in mijn hoofd. Da's een goeie... Nu niet gaan nagelbijten. Ik zou Louis kunnen vragen de telefoontjes te beantwoorden! Dan zet ik gewoon Louis’ nummer in de brief... ‘Het eten staat op tafel, kom je, Vinnie?’ De stem van mijn moeder, ze staat onderaan de trap.

<< terug